Skip to main content

Bussums Historisch Tijdschrift 25/2 (augustus 2009) pag. 31-32


Villa Corry aan de Vlietlaan

Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

Een pdf-versie van dit artikel wordt hier binnenkort nog toegevoegd.
Onderstaande illustraties zijn aanklikbaar voor een vergroting.

Op de verfraaiingskaart van Bussum van 1884 staan zes villa’s in het gebied tussen de Veerstraat (de vroegere Krabbensteeg) en de Eslaan (voorheen Oud Bussummerlaan). Het zijn: Willem Barends, Willem Tell, Benjamin Franklin, James Watt, Cornelis Hove en de Villa Louise. Tussen de villa Cornelis Hove en Villa Louise ligt nog een kavel onbebouwde grond. Dit is geschiedenis van de Villa Corry, die op die plek gebouwd zou worden. 

      
 
Bussummer Courant, 17 september 1929

Goed voor het personeel

De kavel stond in 1884 nog als bouwland te boek, groot 26 are en 19 centiare, en was eigendom van Pieter Baaij Hzn. Deze in 1840 geboren Amsterdammer vestigde zich vanuit Amsterdam in 1883 in Bussum op adres C.67, het adres van de villa Benjamin Franklin. Omstreeks 1887 liet hij een villa bouwen op de nog braak liggende kavel. Het is niet duidelijk of deze toen al de naam villa Corry gekregen heeft. Tot zijn overlijden op 27 februari 1908 wonen Pieter Baaij en zijn vrouw in de nieuwe villa aan de Vlietlaan 12. Zijn vrouw Geertruij Quirina van Eijndhoven verkoopt het huis pas de eerste juli 1909.

Ze moet heel begaan zijn geweest met haar personeel. Per uiterste wilsbeschikking laat ze niet alleen weten welke familieleden in haar erfenis delen, maar ook welke legaten ze voor het personeel bestemd heeft. De tuinman Johannes de Jager en zijn vrouw Jaapje Visser worden goed bedeeld, want ze zouden levenslang wekelijks een uitkering van twaalf gulden krijgen. Hendrika Mangold, weduwe van Marinus de Waal, die meer dan twintig jaar werkster bij haar was geweest, zou wekelijks een uitkering van zeven gulden krijgen. Maria Kooij ten slotte, die vele jaren als dienstbode bij haar in betrekking was geweest, zou een som van duizend gulden krijgen, zelfs als zij dan getrouwd zou zijn.

      
Bussummer Courant, 19 september 1929
 

Villa met inboedel

De volgende eigenaar van villa Corry wordt de in 1843 in Alkmaar geboren Johannes Cornelis Kotting met zijn vrouw Cornelia Gerardina de Heus. Ze hebben niet lang in de villa gewoond. Op 12 december 1911 overlijdt Cornelia op 71-jarige leeftijd. En zo wordt op 27 maart 1912 in hotel De Rozenboom villa Corry geveild met schuur, erf en fraai aangelegde tuin, voor de som van ƒ 25.106, -.

De nieuwe eigenaar was bij de koop verplicht over te nemen: een tweepersoons notenhouten ‘waschkast’ met marmeren opzet en spiegel, met toe-en afvoer van het water, de geiser en een vaste bidet. Dit bevond zich in de bovenachterkamer. In het privaat een ‘waschgelegenheid’ met toe-en afvoer en een spiegel. Hiervoor moest 300 gulden extra betaald worden.

Hij kon de villa pas in mei 1912 aanvaarden. Een advertentie in de Bussumsche Courant maakt duidelijk waarom: op 25 april werd er in villa Corry een partij net onderhouden meubilaire goederen geveild van Johannes Cornelis Kotting. Met deze advertentie en de notariële akten, die elkaar mooi aanvullen, krijgen we een goed beeld wat er in die tijd aan inboedel in de villa stond. Twee schilderijen in olieverf van Koekoek (een bekende familie van kunstschilders) voor zesentwintig gulden per stuk. Daarnaast was er nog een schilderij voor zesentwintig gulden, een schilderij voor negentien gulden, één voor vijf gulden en één voor één gulden en vijftig cent. Een zilverkast van rozenhout deed veertig gulden en twee gravures kostten twee gulden en vijf en twintig cent.

In de krant stond een empire pendule met kandelabers en een vergulde pendule onder stolp. In de akte werd een pendule van honderd vijfentwintig gulden en pendule van tweeëndertig gulden genoemd. Ook was er een klok voor vier gulden bij. In de akte had men het over vazen, in de krant stonden twee blauwe Chinese vazen van 1,30 m, twee vergulde Chinese vazen van 0,95 m en twee bamboevazen met inlegwerk. Het salonameublement was van mahonie en kostte tweehonderd drieëntwintig gulden. De andere tafels waren weer van notenhout. Er waren twee tuinameublementen en voor vijftien gulden had je een grasmaaimachine. De totale opbrengst van deze verkoop was ƒ 2.144,15. Alles moest contant betaald worden.

De nieuwe eigenaar heet Lambert Top Petrus Janszoon, weer een Amsterdammer, geboren in 1854. Hij laat circa 1912 het koetshuis bouwen. Zijn verblijf in villa Corry met zijn vrouw Catharina Boerendans duurt ook maar enkele jaren. Hij overlijdt op 8 juli 1915. Het adres van de villa is dan Vlietlaan 18. 

Het einde van de villa

Weer word de villa op de veiling aangeboden in De Rozenboom, ditmaal niet in zijn geheel maar in drie onderdelen:
Perceel 1. De villa met tuin.
Perceel 2. Een bouwterrein met daarop staand koetshuis.
Perceel 3. Een bouwterrein met kippenhokken, boomgaard en schuren.

Hij wordt in januari 1916 toch in zijn geheel gekocht door de Amsterdammer François Albert Hubert Vellekamp, geboren in 1857. Met zijn vrouw Anna Cornelia van Stuijvenberg woont hij tot november 1928 in Villa Corry. De villa wordt nog omgeven door een ruime tuin en het koetshuis is een stalgebouw geworden. Het adres is nog steeds in beweging, de villa ligt nu aan de Vlietlaan 46.

Na de dood van Vellekamp gaat de villa weer de verkoop in. Dit maal duurt het wat langer voor hij verkocht wordt. De uitslag van de veiling bij ophouding leverde het bedrag van ƒ 53.000, -op. Het blijven de Amsterdammers die de geschiedenis van de villa bepalen: NV Bouw en Exploitatie Maatschappij De Moldijk uit Amsterdam neemt het huis over. Dit wordt het einde van villa Corry. In augustus 1929 is de aanbesteding en volgt het amoveren (slopen) van de villa. De voorwaarden waren verkrijgbaar bij de architect Jan Wilke. Op 6 september 1929 is aan de Vlietlaan een grote partij afbraak te koop afkomstig van de villa Corry. Deze moet dus augustus 1929 afgebroken zijn. Ervoor in de plaats zijn winkel/woonhuizen gekomen. Het stalgebouw werd een garage, die (anno 2009) nog bestaat en nog steeds het uiterlijk van een koetshuis heeft.

   
Stal voor de verbouwing, bouwtekening 1930
 
Stal verbouwd tot garage, bouwtekening 1930
 

Bronnen

  • Stad en streekarchief Naarden,NNAB Inv.52, akten 7202.
  • Stad en streekarchief Naarden,NNAB Inv.52, akten 7133.
  • Stad en streekarchief Naarden,NNAB Inv.52, akten 7193.
  • De Bussummer Courant via de website van www.gooienvechthistorisch.nl