Skip to main content

Contactblad Historische Kring Bussum 20/1 (april 2004) pag. 12-14


Een werklijst voor twee dienstboden

Nel Krijnen-Van Gog

Klik hier voor de pdf van dit artikel.
Onderstaande illustraties zijn aanklikbaar voor een vergroting.

      
 
advertentie uit 1886

Wie heeft er in zijn familie geen oma of overgrootmoeder die vroeger dienstbode of dienstmeisje is geweest. In hun eigen woonplaats, of de omgeving daarvan, was vaak geen werk voor de meisjes uit grote gezinnen te vinden. Daarom gingen zij vaak naar de grote stad, of kwamen naar het Gooi met zijn dorpen met grote villawijken, om daar als dienstmeisje of dienstbode voor dag en nacht te gaan werken.

Zo ook mijn schoonmoeder Jo Arendsen. Zij kwam in de jaren ’30 uit Etten in de Achterhoek waar haar vader smid was. Ze werkte eerst bij bakker Van Riet aan het Zevenend in Laren. Daar leerde ze de Bussumer Cees Krijnen kennen, die daar in de bakkerij werkte, en zo kwam zij in juni 1936 in Bussum terecht.

      
Cees Krijnen en Jo Arendsen
 

Ze ging werken bij mevrouw H. van Hartingsvelt aan de Isaäc da Costalaan. In december 1937 kwam ze bij de heer C.J. Struf en zijn dochter juffrouw Struf aan de Koningin Emmalaan 32 hoek Graaf Florislaan, een kast van een huis (zoals mijn schoonmoeder het altijd beschreef) met de mooie naam Bel-air. Ze sliep op een zolderkamer onder het dakbeschot, waar het in de winter net zo koud was als buiten.

Het huis had veel houtwerk, dat regelmatig in de was gezet moest worden. Als juffrouw Struf haar het werk opdroeg en zelf weg ging, deed mijn schoonmoeder de waspot open en zette deze op de warme kachel. En als de juffrouw thuiskwam, rook het hele huis naar de was en zei ze: “Zo Jo, je hebt je best weer gedaan het ziet er prachtig uit.” Zo nam Jo mevrouw in het ootje. Ook twee van haar zussen hebben in Bussum gewerkt maar zij zijn later weer naar de Achterhoek teruggegaan. Zoals vele andere meisjes is Jo niet meer uit Bussum weggegaan. Ze trouwde met haar Cees in september 1939.

      
 
advertentie uit 1903

Als moderne huisvrouw met een van alle gemakken voorzien huishouden vroeg ik me af hoe de dienstboden in de 19e en 20e eeuw, zo’n kast van een huis, dat in de winter door kolenkachels werd warm gestookt, waardoor er dus veel roet en stof was, werd schoongehouden met waarschijnlijk alleen een bezem en stoffer en blik!

Mijn vraag werd bij toeval beantwoord na wat lezen in een oud boekje: Keukengids uit 1904 met recepten en huishoudelijke tips. Daar kwam ik een verzoek tegen van twee dames voor een werklijst met de dagelijkse werkzaamheden voor twee dienstboden. Hier wordt de dagelijkse werkzaamheden beschreven.